‏ Romans 8:9

25) gijlieden

Namelijk die in Christus geloofd hebt; want hij schrijft aan hen eigenlijk; Rom. 1:7.

Ro 1.7

26) in het vlees,

Dat is, naar het vlees, gelijk Rom. 8:5 verklaard wordt.

Ro 8.5

27) in den Geest,

Dat is, naar den Geest, Rom. 8:5.

Ro 8.5

28) zo anders de Geest Gods

Of, dewijl, overmits. Alzo ook Rom. 8:17.

Ro 8.17

29) u woont.

Namelijk door Zijn genadige werkingen, als daar zijn verlichting des verstands, versterking des geloofs, verzekering van de zaligheid, opwekking tot het gebed, beweging tot geestelijke begeerten, vertroosting in kruis en aanvechting, enz. Want een mens, waar hij als een heer woont, daar heeft hij zijn gebied, en daar doet hij zijn gewoon werk; Joh. 14:16,17; 1 Cor. 3:16.

Joh 14.16,17 1Co 3.16

30) den Geest van Christus niet heeft,

Dat is, dezelfde Geest, die in het voorgaande de Geest Gods, namelijk des Vaders, genaamd wordt, wordt hier ook Christus' Geest genaamd, omdat Hij ook van Christus voortkomt, en ons van Christus is verworven; Joh. 14:26, en Joh. 16:7; Gal. 4:6.

Joh 14.26 16.7 Ga 4.6

31) die komt Hem niet toe.

Namelijk als een recht lid van Zijn lichaam, hetwelk door dezen Geest alleen leeft en Zijn geestelijke werking heeft.

‏ Romans 8:14-16

44) geleid worden,

Of, gedreven; dat is, in hun verstand verlicht, en in hun wil en genegenheden geregeerd en gestuurd worden, om te doen wat God behaagt.

45) die zijn kinderen Gods.

Dat is, die hebben de zekere kentekenen, dat zij van God door het geloof in Christus tot kinderen zijn aangenomen, Joh. 1:12, Ef. 1:13, hetwelk hij ook, door de eigen werking des Geestes, die de gelovigen ontvangen, in Rom. 8:15,16 bewijst.

Joh 1.12 Eph 1.13 Ro 8.15,16
46) den Geest der dienstbaarheid

Alzo noemt hij de werking des Geestes Gods door de wet, die de harten der mensen door de dreigementen tegen de overtreders verslaat en bevreesd maakt, gelijk daarvan een klaar voorbeeld is in de Isra‰lieten, als God de wet der tien geboden voor hen van den berg heeft uitgesproken; Exod. 20:19. Waarop de apostel hier ziet, alsook Hebr. 12:18,19.

Ex 20.19 Heb 12.18,19

47) den Geest der aanneming

Hierdoor wordt verstaan de genadige werking des Heiligen Geestes door de predikatie des heiligen Evangelies, die de harten der gelovigen verkwikt en van hunne aanneming tot kinderen verzekert; waartoe ook de volgende werkingen dienen. Zie Gal. 4:6; Ef. 4:30.

Ga 4.6 Eph 4.30

48) Abba, Vader!

Dat is, wij Hem vrijmoedig durven aanroepen als onzen Vader. Het woord Abba betekent in de Syrische taal Vader, hetwelk de apostel hier gehouden heeft, omdat het een woord is vol genegenheid, hetwelk de jonge kinderen bijna in alle talen behouden; en hij zet daarbij het woord Vader, niet alleen om hetzelve te verklaren, maar ook om de beweging en zonderlinge genegenheid der gelovigen in dit roepen tot God beter uit te drukken; gelijk ook Christus deze verdubbeling van het woord Vader tot dien einde heeft gebruikt in Zijn meeste benauwdheid, Mark. 14:36, en aan het kruis de verdubbeling van het woord Mijn God, Mijn God, Mark. 15:34. Ziet hierna Rom. 8:26.

Mr 14.36 15.34 Ro 8.26
49) getuigt met onzen geest,

Of, getuigt mede tot onzen geest. Dat is, de Heilige Geest beweegt niet alleen ons om God voor onzen Vader aan te roepen, maar getuigt ook inwendig tot onzen geest dat wij Gods kinderen zijn; of betuigt met onzen geest. Dat is, tezamen met onzen geest, die ons ook mede getuigt, door de aanmerking der kentekenen van het kindschap Gods, die onzen geest door Gods Geest in zichzelve bevindt; welke getuigenis, hoewel zij niet altijd even krachtig is in de gelovigen, zo openbaart zij nochtans zich menigmaal in hun meeste vernedering en benauwdheid.

Copyright information for DutKant