Romans 5:12-19
28) Daarom gelijk door In de volgende verzen verklaart de apostel hoe wij door Christus gerechtvaardigd zijn, met ene tegenstelling van Adam en zijne ongehoorzaamheid, door welke de dood doorgedrongen is over alle mensen, Rom. 5:12,13,14, en daarna hoe Christus' gehoorzaamheid ons daarentegen tot rechtvaardigheid sterkt, Rom. 5:15,16,17,18,19, door Gods toerekening. En dat het daarom niet ongerijmd is, dat wij allen door ns mensen gehoorzaamheid gerechtvaardigd worden, alzo wij allen door ns mensen ongehoorzaamheid tot zondaars gesteld zijn. Ro 5.12,13,14,15,16,17,18,19 29) een mens Namelijk Adam, 1 Cor. 15:21, waaronder ook Eva begrepen is, alzo deze twee n vlees waren en een algemene stam van het gehele menselijk geslacht; Ef. 5:31; 1 Tim. 2:14. 1Co 15.21 Eph 5.31 1Ti 2.14 30) in welken allen Namelijk enen mens, gelijk dit Griekse woord epi voor in, ook elders wordt genomen, Mark. 2:4; Hebr. 9:17, enz., en dit woord in van Paulus ook over deze zaak gebruikt wordt; 1 Cor. 15:22. Of, voorzoveel, of omdat zij allen gezondigd hebben; en dat brengt ook noodzakelijk denzelfden zin mede, want alle mensen die sterven, hebben in zichzelven geen dadelijke zonden begaan, gelijk blijkt in de onmondige kinderen, van wie velen sterven in hunne onmondigheid, en derhalve moeten gezondigd hebben in dezen nen mens, in wiens lenden zij waren; gelijk Levi gezegd wordt tienden gegeven te hebben, zijnde in de lenden van Abraham; Hebr. 7:9. Zie hiervan breder verklaring in de volgende verzen, en Job 14:4; Ps. 51:7; Joh. 3:5,6; Ef. 2:3, enz. Mr 2.4 Heb 9.17 1Co 15.22 Heb 7.9 Job 14.4 Ps 51.5 Joh 3.5,6 Eph 2.3 31) gezondigd hebben. Namelijk alzo is ook door enen mens Jezus Christus de gerechtigheid en het leven over alle gelovigen gekomen. Gelijk Paulus besluit Rom. 5:18,19. Ro 5.18,19 32) tot de wet Namelijk van Mozes gegeven. 33) was de zonde in de wereld; Dat is, was ook in de wereld, gelijk uit den dood blijkt, Rom. 5:14, die de bezolding der zonde is; Rom. 6:23. Ro 5.14 6.23 34) niet toegerekend, Dat is, niet voor zonde gehouden, of gerekend. 35) als er geen wet is. Waaruit de apostel besluiten wil dat er dan een andere wet is geweest, door welker overtreding alle mensen ook in dien tijd zondaars geweest zijn; en dat niet alleen de wet der natuur, die de onmondige kinderen niet hebben overtreden, maar de wet, die God aan den eersten mens had gegeven, wiens overtreding aan allen, ook zelfs aan de onmondige kinderen, is toegerekend, gelijk Rom. 5:14 medebrengt. Ro 5.14 36) de dood Namelijk niet alleen de geestelijke en eeuwige dood, maar ook de lichamelijke, van welken hij in Rom. 5:14 inzonderheid spreekt, omdat die voor allen blijkelijk was; Rom. 8:10; 1 Cor. 15:22. Ro 5.14 8.10 1Co 15.22 37) die niet gezondigd hadden Dat is, de onmondige kinderen, die nog geen dadelijke zonden tegen de wet Gods hebben begaan, gelijk Adam en alle volwassenen na hem gedaan hebben, en die evenwel sterven. Waaruit dan blijkt dat zij met de erfzonde besmet zijn. 38) een voorbeeld is Dat is, een gelijk exemplaar, namelijk dat gelijk Adam, degenen die van hem natuurlijkerwijze geboren zijn, in hem en door hem tot zondaars gesteld heeft, alzo ook Christus alle die door Hem overnatuurlijker wijze herboren worden, in Hem en door Hem tot rechtvaardigen stelt, gelijk de volgende verklaring bewijst. 39) Desgenen, Dat is, van Christus des beloofden zaads, dat den Satan den kop zou vertreden, Gen. 3:15, op welke belofte de apostel hier schijnt te zien. Want aldaar wordt de tweede Adam beloofd, zo haast de eerst was gevallen. Ge 3.15 40) de misdaad, Of, val, afval; dat is, de zonde Adams, die in dit hoofdstuk meermalen met dit woord genaamd wordt. 41) de genadegift, Dat is, weldaad, die ons door Christus is verkregen en wordt geschonken. 42) velen gestorven zijn, Dat is, niet alleen hij zelf, maar vele anderen, namelijk allen, die van Hem naar de natuur gekomen zijn. 43) de genade Gods, Dat is, de barmhartigheid en onverdiende gunst Gods. 44) de gave door de genade, Dat is, de gerechtigheid van Christus, die ons van God uit genade door het geloof wordt toegerekend. 45) overvloedig geweest Dat is, krachtiger en menigvuldiger; ene gelijkenis genomen van het water, dat het vuur door Zijne kracht of Zijne vloed uitblust, dat alzo ook de kracht en overvloed van Christus' gerechtigheid de zonde en schuld uitblust. 46) over velen. Dat is, allen die Hem door het geloof worden ingelijfd. 47) den een, Namelijk Adam, gelijk voren. 48) de schuld is wel uit een Of, oordeel, dat is, schuld, gelijk 1 Tim. 5:12. Namelijk waardoor wij om de zonde voor Gods oordeel den tijdelijken en eeuwigen dood schuldig zijn, gelijk uit het volgende blijkt. 1Ti 5.12 49) verdoemenis, Namelijk voor degenen, die door het geloof in Christus van dezen verdoemelijken staat niet verlost worden. 50) vele misdaden Namelijk dergenen, die deze algemene zonde met vele bijzondere zonden hebben verzwaard, gelijk alle mensen doen, die tot hunne jaren gekomen zijn. 51) dien enen, Namelijk eersten Adam, gelijk voren. 52) ontvangen, Of, aannemen, namelijk door het waar geloof; Joh. 1:12. Joh 1.12 53) in het leven heersen Dat is, dezes geestelijken levens deelachtig zijnde, de overhand hebben over de zonde en schuld derzelve, Gal. 2:19,20; Ef. 2:5,6, en hierna des eeuwigen levens deelachtig worden, gelijk Rom. 5:21 nader verklaard wordt. Ga 2.19,20 Eph 2.5,6 Ro 5.21 54) tot verdoemenis; Dat is, hen in zulken staat gebracht, waarin zij voor God verdoemelijk zijn; Rom. 3:19; Ef. 2:1,3. Ro 3.19 Eph 2.1,3 55) rechtvaardigheid Grieks dikajoma. Alzo noemt hij de gehoorzaamheid van Christus, omdat zij de kracht heeft om ook anderen te rechtvaardigen, gelijk het Griekse woord hier medebrengt; en wordt gesteld tegen de overtreding van Adam, in welke ook de kracht was om anderen tot zondaars te maken, Rom. 5:19. Ro 5.19 56) over alle mensen Namelijk die in Hem geloven; of die deze gave aannemen, Rom. 5:17. Ro 5.17 57) Want gelijk door de ongehoorzaamheid Hier besluit de apostel de gelijkenis van Adam en Christus; namelijk dat, gelijk de ongehoorzaamheid van Adam ons toegerekend wordt tot schuld der verdoemenis, alzo Christus' gehoorzaamheid ons toegerekend wordt tot ontslaging van die schuld. Het is wel waar dat gelijk wij door Adams eerste misdaad niet alleen schuldig zijn geworden aan dezelve en aan de straf van dien, maar ook onze natuur daardoor verdorven is geworden, dat alzo wij door Christus' gehoorzaamheid niet alleen van de straf verlost zijn, maar ook door de kracht derzelve van Zijnen Geest in ons gemoed vernieuwd en geheiligd worden; doch daarvan heeft de apostel tot nog toe niet gesproken, maar begint daarvan te spreken in het volgende. En deze vernieuwing is in dit leven ook geheel onvolmaakt, gelijk hij met zijn eigen voorbeeld zal bewijzen in Rom. 7, zodat wij daardoor voor God niet rechtvaardig kunnen gesteld worden.
Copyright information for
DutKant