Romans 4:3
5) geloofde God, Dat is, de beloften Gods van Hem een schild en groot loon te zullen zijn, en van Hem een erfgenaam te geven, en Zijn zaad te vermenigvuldigen, Gen. 15:1,4,5,6, waardoor niet alleen een vleselijk zaad, maar inzonderheid Christus verstaan wordt, de zoon Abrahams, in welken alle geslachten der aarde zouden gezegend worden. Zie hierna Rom. 4:11,12,13, gelijk ook Paulus verklaart Gal. 3:16. Zie ook Joh. 8:56. Ge 15.1,4,5,6 Ro 4.11,12,13 Ga 3.16 Joh 8.56 6) het is hem gerekend De Hebreeuwse tekst Gen. 15:6 zegt: en Hij, namelijk God, heeft het hem gerekend. Doch het is enerlei zijn, waardoor verstaan wordt dat God hem de gerechtigheid, die hij in zichzelven niet had, door het geloof op het beloofde zaad uit genade heeft geschonken. Ge 15.6
Copyright information for
DutKant