Romans 12:19
69) geeft den toorn plaats; Sommigen verstaan dit van den toorn des mensen, namelijk f desgenen, die verongelijkt is, dat hij zijn toorn over het ongelijk, hem aangedaan, plaats, dat is tijd, geve om te stillen: f desgenen, die ongelijk doet, dat men denzelven niet tegensta om hem niet meer te verbitteren, maar zijn toorn wijke en alzo plaats geve. Doch hetgeen er volgt schijnt te vereisen dat dit moet verstaan worden van den toorn, dat is van de wraak Gods, die Hij doen zal over dengene, die ongelijk doet, welke wraak men plaats geeft als men Gode de wraak opgeeft.
Copyright information for
DutKant