Psalms 5:4
3) Des morgens, Verg.Ps. 88:14, en Ps. 92:3; alzo wordt ook God gezegd des morgens [dat is, vroeg, intijds] zijne genade te bewijzen, Ps. 90:14, en Ps. 143:8; Klaagl. 3:23. Ps 88.13 92.2 90.14 143.8 La 3.23 4) [mij] Of, [mijne woorden, mijn gebed] voor U in orde stellen; zie Job 32:14, en Job 33:5. Job 32.14 33.5 5) wacht houden. Als een wachter uitzien, of omzien, of uwe hulp niet komt; of wachten wat Gij zult antwoorden. Verg.Ps. 130:6; Micha 7:7; Hab. 2:1. Ps 130.6 Mic 7.7 Hab 2.1 Isaiah 8:14
53) Dan zal Hij De Heere Christus zal ulieden ook heiligen door zijn bloed en Geest, en voorts ulieder eer en troost, toevlucht en bescherming zijn, waarvan het uiterlijk heiligdom een teken was. 54) den twee huizen Dat is de twee koninkrijken, te weten van Juda en van de tien stammen. Doch versta dit alzo, dat de gelovigen dier beide koninkrijken hieronder niet begrepen zijn. 55) Isral, Dat is, van het volk Isral. Luke 2:34
41) gezet tot een val en opstanding veler in Israel, Dat is, verordineerd, namelijk van God. Deze woorden zijn genomen uit Jes. 8:14, en worden verklaard van Paulus, Rom. 9:32,33; 1 Cor. 1:23,24; 2 Cor. 2:16, en 1 Petr. 2:6,7. Zie aldaar de aantekeningen. Isa 8.14 Ro 9.32,33 1Co 1.23,24 2Co 2.16 1Pe 2.6,7 42) een teken, dat wedersproken zal worden. Dat is, als een doelwit waarnaar elkeen mikt en schiet. John 15:16
38) uitverkoren, maar Namelijk eerst om uw Heere en Zaligmaker te zijn. 39) uitverkoren, en Namelijk uit de wereld om mijne vrienden te zijn en u zalig te maken, Joh. 15:19. Joh 15.19 40) gesteld, dat Dat is, daartoe geroepen. 41) heengaan en Namelijk door de ganse wereld, om met leren en goede voorbeelden de mensen te bekeren. 42) wat gij van Namelijk nodig en dienstig tot voortbrenging dezer vruchten. Acts 13:47
58) tot een licht Deze woorden worden Jes. 49:6 van Christus gezegd, en worden door de apostelen zeer wel op hun dienst gepast; want overmits de Joden Christus, die hun van de apostelen verkondigd werd, verwierpen, zo volgde dan dat zij Christus voortaan den heidenen moesten voordragen, denwelken hij ook van den Vader tot een licht gesteld was. Isa 49.6 1 Thessalonians 5:9
20) gesteld Dat is, geordineerd, of geschikt, gelijk 1 Petr. 2:8. 1Pe 2.8 21) tot toorn Dat is, om te zijn vaten des toorns, of om een rechtvaardige straf en het verderf over ons te brengen. Zie Rom. 9:22. Ro 9.22 22) verkrijging Het Griekse woord betekent eigenlijk veel doen omtrent ene zaak om die te verkrijgen, gelijk Hand. 20:28; 1 Petr. 2:9. Hoewel God ons ter zaligheid heeft uitverkoren, en Christus ons die heeft verworven, zo moeten wij evenwel zorgvuldig zijn, om de middelen te gebruiken, waardoor ons God ter zaligheid brengt. Zie Ef. 2:10, en Filipp. 2:12. Ac 20.28 1Pe 2.9 Eph 2.10 Php 2.12 James 1:13
46) als hij verzocht wordt, Hier wordt het woord verzoeken in een andere betekenis gebruikt dan in het voorgaande, namelijk voor aanlokken of verwekken tot kwaad of zonde. Hetwelk de satan altijd doet; daarom ook genoemd wordt de verzoeker; Matth. 4:3; 1 Thess. 3:5. Mt 4.3 1Th 3.5 47) zegge: Ik word van Namelijk gelijk schijnt dat sommigen deden, omdat de verdrukkingen [waardoor men tot afval en andere zonden aangelokt of verwekt wordt om die te ontvlieden], door de voorzienigheid van God ons toegezonden worden, Gen. 45:7; 2 Sam. 16:10, daaruit besloten, dat dan God ook een auteur moest zijn van de verwekking tot kwaad, die door de verdrukkingen geschiedt; hetwelk de apostel hier krachtig wederlegt. Ge 45.7 2Sa 16.10 48) kan niet verzocht worden Grieks is onverzoenlijk der kwaden; dat is, kan vanwege zijn volmaakte goedheid, noch zelf tot kwaad verwekt worden, noch iemand ook daartoe verwekken, dewijl hij niet doen kan hetgeen tegen zijn natuur strijdt, en waarvan zijn natuur een afkeer heeft. 49) verzoekt niemand. Dat is, verwekt niemand tot kwaad.
Copyright information for
DutKant