‏ Numbers 15:30-31

20) opgeheven hand,

Dat is, met opzet, trots en hoogmoed, moedwilligheid, zonder enig schromen of ontzag voor den Allerhoogste en zijn geboden. Deze manier van spreken wordt ook in een anderen zin gebruikt. Zie Exod. 14:8; Num. 33:3.

Ex 14.8 Nu 33.3

21) uitgeroeid worden

Zie Gen. 17:14.

Ge 17.14
22) is op haar.

Of, zij op haar. Dat is, zij drage de straf harer ongerechtigheid, waarvan zij zelve de schuld heeft. Vergelijk Lev. 20:9.

Le 20.9
Copyright information for DutKant