‏ Matthew 26:61

59) Deze heeft gezegd:

Dit was een verdraaiing der woorden van Christus, Joh. 2:19, want Christus heeft aldaar niet gezegd: Ik kan den tempel afbreken. enz., maar: breekt gij den tempel af, enz., verstaande dat van den tempels zijns lichaams.

Joh 2.19

‏ Acts 6:13

34) stelden valse

Namelijk tegen hem in den Raad.

35) deze heilige

Namelijk Jeruzalem, of den tempel of beide.

Copyright information for DutKant