‏ Malachi 1:11

48) van den opgang der zon

Dat is, door de ganse wereld. Zie Deut. 32:21, en Ps. 113:3.

De 32.21 Ps 113.3

49) zal Mijn Naam groot zijn

De zin is: Niet alleen in het Joodse land, maar door de ganse wereld, zal men Mij eren en aanroepen; hetwelk ten tijde van Christus, en voorts daarna is volbracht geworden.

50) reukwerk toegebracht

Dat is, men zal Mij den rechten godsdienst bewijzen; versta, den innerlijke offeranden, die door de ceremoni‰n van het Oude Testament, welke hier genoemd staan, afgebeeld werden. Verg. Zach. 14:16,20.

Zec 14.16,20

‏ Matthew 18:19-20

21) die zij zouden mogen begeren,

Namelijk uit het geloof en naar Gods wil; Jak. 1:6, en 1 Joh. 5:14.

Jas 1.6 1Jo 5.14

22) geschieden van mijnen Vader,

Of, geworden.

23) daar ben Ik

Namelijk met mijn Geest en genade; Joh. 14:16,23.

Joh 14.16,23

‏ John 4:21

18) zult aanbidden.

Dat is, niet zult gehouden zijn op die plaatsen meer dan op andere aan te bidden, 1 Tim. 2:8.

1Ti 2.8
Copyright information for DutKant