‏ Luke 1:3

5) van voren aan naarstiglijk

Grieks van boven af. Want hij begint van de ontvangenis van Johannes den Doper.

6) onderzocht,

Grieks achtervolgd, nagespeurd, nagetracht; dat is, grondige kennis van alles gekregen hebbende, hetwelk alles van hem gedaan is door een bijzondere drijving des Heiligen Geestes, 2 Petr. 1:21; Hand. 15:25,28.

2Pe 1.21 Ac 15.25,28

7) voortreffelijke

Grieks machtigste.

8) Theofilus;

Wie deze Theofilus is geweest is onzeker; doch uit dezen titel, die hem hier gegeven wordt, blijkt dat hij een aanzienlijk en voortreffelijk man is geweest, alzo deze titel den Romeinsen stadhouders Felix en Festus ook gegeven wordt, Hand. 24:3, en Hand. 26:25. Aan dezen heeft Lukas ook zijn tweede boek van de Handelingen der Apostelen toege‰igend, Hand. 1:1.

Ac 24.3 26.25 1.1

‏ Acts 24:3

3) loffelijke diensten

Of, en vele loffelijke zaken, of daden, die dit volk geschieden. Waarin hij ten dele de waarheid zegt, maar ten dele zich tegen de waarheid zoekt te pluimstrijken. Want Felix had wel enen, genaamd Eleazarus, en een vermaarden bedrieger en straatschender in het Joodse land, met zijnen hoop uitgeroeid, doch daarentegen had hij hunnen hogepriester Jonathan, die zich tegen zijn onbehoorlijke handelingen stelde, omgebracht en het volk zeer uitgemergeld, en in vele dingen wredelijk gehandeld. Zie Josefus Antiq. lib. 20, cap. 5,6,7.

4) nemen wij ganselijk

Dat is, erkennen.

‏ Acts 26:25

35) van een gezond verstand;

Of, van een gematigd en nuchter verstand.

Copyright information for DutKant