Judges 6:5
8) sprinkhanen Want hunlieder heirleger was wel honderd en vijftig en dertig duizend strijdende mannen sterk, gelijk te zien is onder, Richt. 8:10, buiten het andere gespuis, dat zulke legers, die geen tegenstand verwachtten, placht te volgen. Jud 8.10 9) niet tellen kon; Hebreeuws, hadden geen getal; dat is, zij waren zeer kwalijk, vanwege de veelheid, te tellen. Alzo Richt. 7:12. Daarentegen wordt van een kleinen hoop volks gezegd, dat zij lieden van getal zijn; dat is, licht om te tellen. Zie Gen. 34:30. Jud 7.12 Ge 34.30 Judges 7:12
22) lagen in het dal, Hebreeuws, vielen, of waren gevallen in het dal; dat is, zij lagen verspreid in het dal. 23) sprinkhanen in menigte, Zie boven, Richt. 6:5. Jud 6.5 24) ontelbaar, Gelijk boven, Richt. 6:5. Jud 6.5 25) oever der zee is, Hebreeuws, aan de lip der zee. Jeremiah 46:23
60) woud afgehouwen, Dat is, de steden en dorpen, idem het volk, of de krijgslieden van Egypte, die vanwege de dichte menigte der mensen bij een woud vol bomen worden vergeleken; vergelijk Jes. 10:18,19. Isa 10.18,19 61) onderzoeken; Te weten het getal der bomen, dat is der mensen. 62) niet tellen kan. Hebreeuws, zij hebben geen getal; alzo Richt. 6:5. Jud 6.5
Copyright information for
DutKant