Judges 19:29
53) deelde haar Hebreeuws alsof men zeide: Stukte haar in twaalf stukken, deelde haar in twaalf delen. 54) haar beenderen Of, door haar beenderen; dat is, het lichaam in de samenvoeging der beenderen doorsnijdende. 55) landpalen van Isral. Dewijl geen koning, [dat is, wettelijke hoge overheid] in dien tijd in Isral was, aan wien hij de klacht mocht doen, boven, Richt. 19:1. Deze daad is geenszins te prijzen, want het was schandelijk alzo te handelen met het dode lichaam van zijne vrouw. Jud 19.1
Copyright information for
DutKant