Judges 19:16
24) het gebergte van Efraim, Alwaar deze Leviet als vreemdeling zich ophield, boven, Richt. 19:1. Jud 19.1 25) dezer plaats Te weten, Gibea. 26) kinderen van Jemini. Dat is, van den stam Benjamins. Zie Gen. 35:18; 2 Sam. 16:11, enz. en boven, Richt. 3:15. Ge 35.18 2Sa 16.11 Jud 3.15 2 Samuel 16:11
28) zoekt mijn ziel; Dat is, staat naar mijn leven. Zie boven, 2 Sam. 4:8. 2Sa 4.8 29) Jemini? Dat is, deze Benjaminiet, gelijk Richt. 19:16, Sime was van Sauls geslacht, boven, 2 Sam. 16:5, en Saul was uit den stam Benjamin. Zie boven, 2 Sam. 3:19, en onder, 2 Sam. 19:16. Jud 19.16 2Sa 16.5 3.19 19.16 30) gezegd. Zie op 2 Sam. 16:10. 2Sa 16.10
Copyright information for
DutKant