‏ Judges 15:4

9) ving driehonderd

Of, zelf, •f ook met behulp zijner vrienden.

10) vossen;

Die bij menigten in die landen waren; gelijk af te nemen is uit Neh. 4:3; Ps. 63:11; Hoogl. 2:15; en inzonderheid blijkt uit deze plaats.

Ne 4.3 Ps 63.10 So 2.15

‏ Revelation of John 19:21

53) hetwelk uit Zijn

Dat is, door het vonnis dat Hij tegen hen zal vellen, waarvan de engelen uitvoerders zullen zijn, Matth. 13:41; welke straf ook eeuwig zal zijn, gelijk hiervoor Openb. 14:9,10,11, betuigd is, en Matth. 25:41 van alle vervloekten ook betuigd wordt.

Mt 13.41 Re 14.9,10,11 Mt 25.41
Copyright information for DutKant