Judges 13:2
1) Zora, Gelegen aan de westelijke zijde van het gebergte, dat Juda en Dan van elkander scheidt; aan de oostelijke zijde woonde de stam Juda. Zie Joz. 15:33, en Joz. 19:40,41. Jos 15.33 19.40,41 2) Daniet, Dat is, van den stam Dan. Judges 16:4
10) Sorek, Lopende bij het dal Eskol, of het druivendal [waarvan Deut. 1:24] uit het gebergte van Juda in de Middellandse zee, en scheidende de stammen Dan en Simeon van elkander. Naar het gevoelen van anderen zouden Eskol en Sorek namen moeten zijn van een en dezelfde beek. Maar Num. 13:24 staat dat de plaats [niet beek] door de Isralieten genoemd is Nahal-Eskol. De 1.24 Nu 13.24 Judges 16:31
56) Zora Zie boven, Richt. 13:2. Jud 13.2 57) Esthaol, Zie boven, Richt. 13:25. Jud 13.25 58) twintig jaren. Gelijk boven, Richt. 15:20. Dit besluit, hier wederhaald, geeft te verstaan dat deze laatste daad van Simson tot zijn richterambt zowel behoorde, als de andere voorgaande. Gelijk hij ook bijzonderlijk in zijn dood gehouden wordt als een voorbeeld van onzen Heere Christus, die al zijne en onze vijanden voornamelijk door zijn dood heeft overwonnen. Jud 15.20
Copyright information for
DutKant