‏ Judges 11:12

18) zeggende:

Versta, door de gezanten. Alzo onder, Richt. 11:17, en in het volgende.

Jud 11.17

19) Wat hebben ik en gij met elkander te doen,

Hebreeuws, wat is mij en u, of wat hebben ik en gij? Zie deze manier van spreken ook 2 Sam. 16:10; Joh. 2:4, enz.

2Sa 16.10 Joh 2.4

20) tegen mijn land te krijgen?

Jeftha spreekt hier in den naam des volks, welks voorvechter hij was.

‏ 2 Samuel 19:22

41) Wat heb ik

Zie boven, 2 Sam. 16:10.

2Sa 16.10

42) satan zoudt zijn?

Dat is, wederpartijder; tegenstrijder, die mij hinderlijk is en tegenvalt in mijn voornemen, Matth. 16:23. Zie wijders Job 1:6.

Mt 16.23 Job 1.6

43) gedood worden in Isra‰l?

Vergelijk 1 Sam. 11:13.

1Sa 11.13

44) heden

Hij wil zeggen, wederom als van nieuw, enz.

Copyright information for DutKant