Jeremiah 9:22
35) liggen, Alzo wordt het Hebreeuws woord, dat gemeenlijk vallen betekent, ook elders voor liggen genomen. Zie Deut. 21:1; Richt. 4:22, en Richt. 19:26; 1 Sam. 31:8; 2 Kron. 20:24; onder Jer. 51:4; Ezech. 6:7, enz. De 21.1 Jud 4.22 19.26 1Sa 31.8 2Ch 20.24 Jer 51.4 Eze 6.7 36) ogen veld, Hebreeuws, aangezicht des velds. 37) garve Enige korenaren, die de manier overstaat en laat vallen, waar men niet meer naar omziet. 38) die niemand opzamelt. Of, niemand zal het [te weten het dode lichaam] inzamelen, opnemen, wegnemen, om te begraven. Vergelijk boven Jer. 8:2. Jer 8.2 Jeremiah 51:47
125) gesneden beelden van Babel; Of, gegravene. 126) haar verslagenen Dat is, die van haar volk dodelijk gewond en nedergehouwen zullen zijn. 127) liggen. Zie boven Jer. 51:4, en alzo in het volgende. Jer 51.4 Jeremiah 51:49
132) tot een val Hebreeuws, toevallen; dat is, zij heeft daartoe gearbeid, is daartoe gesteld geweest, het is haar hart en zin geweest, zij heeft daartoe gediend. Of aldus: Gelijk Babel de verslagenen van Isral heeft doen vallen. De zin is enerlei. 133) verslagenen van Isral, Dat het overvol lag van verslagen Joden [zie boven Jer. 51:4, met de aantekening], alzo zal het land van Babel weder vol worden van verslagenen. Hebreeuws, ook [is] Babel, ook zullen te Babel, enz.; vergelijk boven Jer. 51:12, met de aantekening. Jer 51.4,12 134) te Babel Of, der Babel, in Babel.
Copyright information for
DutKant