‏ Jeremiah 50:27

73) Doodt met het zwaard

In het Hebreeuws is een woord, alsof men zeide: zwaardt; dat is, slaat, doodt met het zwaard.

74) varren,

Dat is, rijke, geweldige, stoute pochers. Vergelijk Ps. 22:13, en Ps. 68:31, enz.

Ps 22.12 68.30

75) afgaan ter slachting;

Gelijk boven Jer. 48:15.

Jer 48.15

76) dag is gekomen,

Dat is, de tijd hunner straf, hun van God verordineerd; zie Ps. 37:13, alzo Jer. 50:31.

Ps 37.13 Jer 50.31
Copyright information for DutKant