Isaiah 8:9-10
34) Vergezelt Dit is ene aanspraak tot den koning van Assyri en de andere natin, die zich met hem tegen de Joden, of de kerk Gods, doch inzonderheid tegen de stad Jeruzalem verbonden hadden; tegelijk is het ene voorzegging tot troost der vromen, dat de Assyrirs Jeruzalem wel zouden willen belegeren, maar dat zij die stad en het koninkrijk van Juda niet zouden overweldigen, gelijk zij voorgenomen hadden, maar dat zij met schande daarvan zouden moeten trekken. Het is een heilige ironie, of bespotting, alsook in Jes. 8:10. Zie de vervulling dezer profetie 2 Kon. 19:35. Isa 8.10 2Ki 19.35 35) wordt verbroken; Of, terneder gesmeten, of verpletterd, en zo in het volgende. Zie Jes. 7:7. Isa 7.7 36) allen gij, Hebreeuws, alle verheden des lands, of der aarde. 37) omgordt u, Te weten met uw harnas en zwaard, dat is, bereidt u ten oorlog. 38) doch wordt verbroken; De zin is: Doet al wat gij kunt, het zal al vergeefs zijn, gij zult niets uitrichten, aangezien Immanuel, dat is God, met ons is. 39) Beraadslaagt Te weten, hoe gij het Joodse land zult overmeesteren. 40) het zal niet bestaan; Gelijk boven Jes. 7:7. Isa 7.7 41) God is met ons! De profeet ziet op den naam van Immanuel, den Zoon Gods gegeven, boven Jes. 7:14, en hier Jes. 8:8. En hij wil hier te kennen geven dat Christus, die de beschutter en beschermer zijner kerk is, het koninkrijk van Juda beschermen zou, dewijl Hij besloten had uit dien stam zijn menselijke natuur aan te nemen, eer dat al het bestuur ganselijk van Juda weggenomen zou zijn en blijven. Enigen zetten het over: Want [hier is] Immanuel. Isa 7.14 8.8 Jeremiah 46:3-4
6) nadert tot den strijd! Om slag te leveren. Aldus spreekt de profeet de Egyptische krijgslieden aan, bespottenderwijze, alsof hij zeide: Bereidt u vrij op het best dat gij moogt, het zal maar tevergeefs zijn, gij zult evenwel geslagen worden. Vergelijk onder Jer. 51:11. Jer 51.11 7) Spant de paarden aan en klimt op, Te weten, aan de wagens, van dewelke de wagenruiters te dien tijde plachten te vechten; zie 2 Sam. 10:18. Hebreeuws, bindt. Vergelijk Gen. 46:29, en Exod. 14:6; 1 Kon. 18:44, enz. alwaar hetzelfde Hebreeuwse woord gebruikt wordt. Anders: zadelt de paarden. 2Sa 10.18 Ge 46.29 Ex 14.6 1Ki 18.44 Ezekiel 38:7
14) Zijt bereid en maakt u gereed, Dit is ene beschimping van Gogs grote toerusting. 15) wacht. Wees als hunlieder wachter, pas op hen, doe uw best om hun kloekelijk voor te gaan en te beschermen; spottenderwijze gesproken. Ezekiel 38:9
Copyright information for
DutKant