Isaiah 52:12
40) Want gijlieden Ene beschrijving van den uittocht van Gods volk en de genade, die God hun daarin bewijzen zou. 41) met haast uitgaan, Te weten gelijk uwe vaders doen moesten toen zij uit Egypte trokken, waar zij als uitgedreven werden; Exod. 12:33. Versta hierbij: Maar gij zult met gemak en zonder vrees uittrekken, ja met vreugde. Zie de vervulling Ezra 1. Ex 12.33 42) henengaan; Te weten uit het lichamelijke en geestelijke Babel. 43) achtertocht Of, achterhoede, of achterhoop zijn. Hebreeuws, zal ulieden verzamelen, of tezamen vergaderen; dat is, Hij zal u aan alle kanten beschutten en beschermen. Zie Num. 10:25. Nu 10.25 Isaiah 63:10
37) Maar Of, maar zij, zij rebelleerden; Num. 14:22 staat dat zij den Heere tienmaal verkocht hebben. Zie de aantekening aldaar. Zie ook Ps. 78:40,57, en Ps. 95:9. Nu 14.22 Ps 78.40,57 95.9 38) Zijn Heiligen Geest Hebreeuws, den Geest zijner heiligheid. Dezen bedroefden zij, doordien zij den wil Gods, welken de Heilige Geest door het woord hun geopenbaard had, moedwilliglijk tegenstonden. Zie Ef. 4:30. Eph 4.30 39) smarten Anders: bedroefd. Zie Gen. 6:6. Ge 6.6 40) daarom is Hij Dat is, Hij heeft zich aangesteld alsof Hij hun vijand geweest ware, toen Hij hen in de woestijn versloeg. Zie Ps. 78:31,33,59,60, enz. Ps 78.31,33,59,60 Jeremiah 21:5
Copyright information for
DutKant