‏ Isaiah 46:2

7) Tezamen

De zin is: Zij, te weten de afgoden van Babel, hebben niet kunnen beletten dat de Perzen een groten buit uit Babyloni‰ uitvoeren zouden; ja zij moeten zelfs mede in de gevangenis, zulke fraaie en dappere goden zijn zij. Anderen verstaan het aldus: De lastdragende beesten, die de beelden droegen, waren daarmede zo overladen, dat zij krom en gebogen gingen.

8) zij hebben den last

Te weten de afgoden, of de Babyloni‰rs.

9) zijzelven

Hebreeuws, hunne ziel, zijzelven; alzo Jes. 47:14.

Isa 47.14

10) zijn in de gevangenis gegaan.

Dat is, zij zullen gevankelijk weggevoerd worden naar Perzi‰.

‏ Jeremiah 48:11

27) gerust geweest,

Dat is, zeker en zorgeloos, levende op zijn gemak en in weelde, [vergelijk Amos 6:1,] niet vrezende voor enigen overlast. Vergelijk Spreuk. 1:32,33, en boven Jer. 46:27, alwaar het volk Gods een andere gerustheid beloofd wordt.

Am 6.1 Pr 1.32,33 Jer 46.27

28) heffe stil gelegen,

Of, droesem, moer.

29) geledigd,

Dat is, niet afgelaten, afgestoken van het ene vat in het andere; ene gelijkenis van den wijn genomen. De zin is dat Moab, van den beginne af in zijn land gebleven zijnde, rijk, weelderig, machtig en trots geworden is, gelijk de volgende woorden verklaren.

30) gebleven,

Hebreeuws, gestaan.

Copyright information for DutKant