‏ Isaiah 25:4

10) den arme

Of, een sterkte der armen.

11) voor de vloed,

Of, voor de overvloeiende wateren; gelijk Jes. 4:6.

Isa 4.6

12) want

Of, toen het blazen der tirannen was als, enz.

13) het blazen

Hebreeuws, de wind, [of, als sommigen, geest, dat is, toorn] der tirannen, of der gruwzamen, of schrikkelijken.

‏ Jeremiah 47:2

4) wateren komen op van het noorden,

Versta, het groot en verschrikkelijk Babylonisch krijgsheir [zie deze manier van spreken Jes. 8:7], gelijk doorgaans in deze profetie‰n door het noorden Babel verstaan wordt; vergelijk inzonderheid boven Jer. 25:9, enz., hoewel enigen menen [uit Jer. 47:1], dat Farao Necho dit alles gedaan heeft als hij uit Syri‰ van het noorden na den dood en de nederlaag van Josia wederkwam naar het zuiden.

Isa 8.7 Jer 25.9 47.1

5) volheid van hetzelve,

Dat is, al wat er in is; vergelijk Ps. 24:1, en Ps. 89:12, en Ps. 104:24.

Ps 24.1 89.11 104.24

6) stad en die daarin wonen;

Gelijk boven Jer. 46:8.

Jer 46.8

7) mensen zullen schreeuwen,

Hebreeuws, mens en inwoner.

‏ Ezekiel 38:22

49) bloed;

Dat is, doodslag en moord.

50) plasregen, en grote hagelstenen,

Zie Ps. 11:6, en boven Ezech. 13:11, met de aantekening.

Ps 11.6 Eze 13.11
Copyright information for DutKant