‏ Genesis 5:24

15) en hij was niet [meer],

Dit wordt verklaard, Hebr. 11:5, dat hij is weggenomen en overgezet in het eeuwige leven.

Heb 11.5

‏ Genesis 42:13

11) Wij uw

Hier komt nu Jozef te verstaan, waarom het hem in de ganse ondervraging te doen was.

12) kleinste is

Hebr. de kleine; dat is, de jongste, namelijk, Benjamin; verg. boven, 19, de aantekeningen op vs. 31, Gen. 19:31.

Ge 42.31 19.31

13) de ene is

Namelijk, Jozef; welken zij meenden dood te zijn, gelijk blijkt onder, Gen. 42:22, en Gen. 44:20.

Ge 42.22 44.20

‏ Psalms 39:13

22) zwijg

Of, wees niet doof, houdt U niet of Gij doof waart tot al mijn geween, dat ik met uitstorting van tranen voor U doe.

23) vreemdeling

En dienvolgens heb ik van doen dat Gij mij voorstaat, geleidt en helpt, totdat ik kom in het hemelse Kana„n, waar het burgerschap en het vaderland der gelovigen is. Zie Hebr. 11:13,14,15,16. Filipp. 3:20.

Heb 11.13,14,15,16 Php 3.20

24) vaders

Dat is, voorvaders, voorouders.

‏ Psalms 103:16

17) hare plaats

Alsof hij zeide: De bloem, nadat zij afgesneden en verwelkt is, kent zij niet meer, en kan niet tonen de plaats waar zij gewassen is; alzo blijft er ook niets over van de mensen; zodat men zelfs niet weten kan dat zij ooit of waar zij ooit gestaan hebben; Job 7:10.

Job 7.10

‏ Jeremiah 31:15

51) Daar is een stem gehoord

Zie de voornaamste vervulling dezer profetie Matth. 2:16,17,18. God wil zeggen dat de grote geestelijke vreugde over den Messias niet wezen zal zonder kruis, maar dat Hij zulks in vreugde weder zal veranderen, gelijk volgt.

Mt 2.16,17,18

52) Rama,

Dat is, in de omstreken tussen Rama en Bethlehem, waar Rachel in barenspijn gestorven en begraven was; Gen. 35:16,19,20; 1 Sam. 10:2. Van Rama, zie Joz. 18:21,25; 1 Sam. 1:1,19, en 1 Sam. 17:17, en 1 Sam. 8:4, enz., en 1 Sam. 25:1, enz.

Ge 35.16,19,20 1Sa 10.2 Jos 18.21,25 1Sa 1.1,19 17.17 8.4 25.1

53) zeer bitter geween;

Hebreeuws, geween der bitterheden.

54) Rachel weent

Die overlang dood en begraven was, wordt hier figuurlijk ingevoerd als wenende, dat zij gedaan zou hebben indien zij ten tijde van de Babylonische verwoesting en van Herodes' kindermoord geleefd had. Sommigen verstaan door Rachel de moeders daaromtrent wonende, afkomstig van Rachel. Men kan ook wijders Rachel nemen als afbeeldende de kerk.

55) haar kinderen;

De kinderen van Jozef en Benjamin [hare zonen] en nakomelingen, eerst vermoord, of weggevoerd naar Babel, daarna ten tijde der geboorte van Christus van Herodes tirannelijk omgebracht te Bethlehem en in de omliggende streken.

56) zijn.

Hebreeuws, omdat hij niet [is], dat is, geen van hen behouden is.

‏ Matthew 2:18

18) in Rama

Zie hiervan de uitlegging Jer. 31:15.

Jer 31.15

19) Rachel

Dewijl Rachel daaromtrent begraven was, Gen. 35:19, zo worden alhier door haar verstaan de moeders van Bethlehem en daaromtrent.

Ge 35.19
Copyright information for DutKant