Gen 38:7, 10, 46:15 | DutKant | STEP | 7) kwaad in Dat is, hij mishaagde den Heere; zie boven, Gen. 21:11, want hij is genegen geweest en uitgebroken tot grote en grove zonden, die Gods rechtvaardige gramschap tegen hem verwekt hebben; verg. boven, Gen. 6:11, en Gen. 10:9. 8) doodde hem Te weten, op zulk een manier, dat men in zijn dood Gods rechtvaardig oordeel kan opmerken; alzo onder, Gen. 38:10.

‏ Genesis 38:7

7) kwaad in

Dat is, hij mishaagde den Heere; zie boven, Gen. 21:11, want hij is genegen geweest en uitgebroken tot grote en grove zonden, die Gods rechtvaardige gramschap tegen hem verwekt hebben; verg. boven, Gen. 6:11, en Gen. 10:9.

Ge 21.11 6.11 10.9

8) doodde hem

Te weten, op zulk een manier, dat men in zijn dood Gods rechtvaardig oordeel kan opmerken; alzo onder, Gen. 38:10.

Ge 38.10

‏ Genesis 38:10

14) in des HEEREN

Dat is, naar Gods oordeel; zie Job 11:4.

Job 11.4

‏ Genesis 46:15

23) Paddan-Aram,

Zie boven, Gen. 25:20. Te Paddan-Aram zijn de kinderen van Lea geboren, maar de geslachten van haar zonen, die hier gerekend worden, zijn naderhand in Kanan geboren.

Ge 25.20

24) de zielen

Dat is, mensen; zie boven, Gen. 12:5.

Ge 12.5

25) drie en dertig.

Hierbij gerekend Jakobs persoon, en Er en Onan uitgesloten; zie boven Gen. 46:12.

Ge 46.12