‏ Genesis 33:17

23) Sukkoth, en

Dezen naam had die plaats toen nog niet, maar kreeg zij daarna, zoals aan het einde van dit vs. gezegd wordt.

24) Sukkoth.

Dat is, hutten, tenten, daken, kooien. Deze plaats was gelegen over de Jordaan, in den stam van Gad, niet ver van Pnuel; zie Joz. 13:27; Richt. 8:5,14,15. Er wordt van een ander Sukkoth gesproken, Exod. 12:37.

Jos 13.27 Jud 8.5,14,15 Ex 12.37

‏ Exodus 12:37

68) Rameses

Zie Gen. 47:11.

Ge 47.11

69) Sukkoth,

Een plaats, zo geheten, omdat de kinderen Isra‰ls, toen zij daar waren gekomen, hutten van takken hebben gemaakt; en dit is hun eerste rustplaats, ndat zij uit Egypte getrokken zijn. Vergelijk Lev. 23:43. Dit Sukkoth is te onderscheiden van een ander, waarvan gesproken wordt Gen. 33:17.

Le 23.43 Ge 33.17

70) zeshonderd duizend te voet,

Onder welk groot getal niet ‚‚n zwak, noch krank mens was; Ps. 105:37.

Ps 105.37

71) kinderkens.

Versta hieronder ook de vrouwen, zonder wier hulp de kindertjes zich niet helpen konden, alzo ook Exod. 10:24.

Ex 10.24

‏ Numbers 33:5

7) Rameses verreisd waren,

Zie Gen. 47:11.

Ge 47.11

‏ Psalms 60:6

16) [nu]

In dit vers spreekt de profeet van de weldaad Gods in dezen tijd zijn volk bewezen.

17) banier

Makende mij, tot der vromen troost en verlossing, ten koning, en ons verlenende dzen triomf van victorie. Verg. Ps. 20:6.

Ps 20.5

18) vanwege

Om te tonen dat Gij waarachtig zijt in uwe beloften, waarvan wijders in het volgende.

‏ Psalms 108:7

7) Uw beminden

Dat is, de godzalige Isra‰lieten, gelijk Ps. 60:7,8, enz.

Ps 60.5,6

8) bevrijd worden;

Te weten, ven de vervolging en tirannie der vijanden van Gods volk.

9) ons.

Te weten, mij en mijn volk,. Anders, verhoor mij.

Copyright information for DutKant