Genesis 32:5
7) aan te Te weten, van mijn aankomst en gelegenheid. 8) opdat ik Zie boven, Gen. 18:3. Hij verzoekt vriendschap, eensdeels om vergetenheid van alle voorgaande onmin; anderdeels om met vrede door het land te mogen trekken. Ge 18.3 Genesis 34:11
17) haar vader, Te weten, van Dina. 18) genade Zie boven, Gen. 18:3. Ge 18.3 Genesis 39:4
7) genade Zie boven, Gen. 18:3. Ge 18.3 8) diende hem; Dat is, hij paste op zijn persoon. Eerst was hij een gemene knecht, daarna een kamerdienaar van zijn heer, ja een verzorger van het gehele huis. 9) in zijn hand. Zie boven, Gen. 16:6. Ge 16.6
Copyright information for
DutKant