‏ Genesis 30:3

5) En zij

Zij volgt liever het exempel van Sara, boven, Gen. 16:2, dan het loffelijk exempel van Izak en Rebekka, boven, Gen. 25:21.

Ge 16.2 25.21

6) op mijne

Dat is, opdat ik de kinderen, die zij van u krijgt, in mijn schoot ontvange, en voor de mijne houde. Zie gelijke manier van spreken onder, Gen. 50:23.

Ge 50.23

7) gebouwd

Zie deze manier van spreken boven, Gen. 16:2.

Ge 16.2

‏ Deuteronomy 25:9

22) schoen van zijn voet uittrekken,

Tot een teken dat hij in zijns broeders erfenis niet zou mogen treden. Zie Ruth 4:8.

Ru 4.8

23) spuwen in zijn aangezicht,

Om met deze openbare smaadheid hem te beschamen, en anderen af te schrikken.

24) huis niet zal bouwen.

Zie Gen. 16:2.

Ge 16.2

‏ Ruth 4:11

25) gebouwd hebben;

Dat is, het huis Jakobs vermenigvuldigd hebben, door het voortbrengen van kinderen; zie Gen. 16:2.

Ge 16.2

26) handel kloekelijk in Efratha,

Of, maak, verkrijg rijkdom, bekom vermogen, word machtig, vermogend.

27) maak [uw] naam vermaard in Bethlehem!

Hebreeuws, roep den naam uit.

Copyright information for DutKant