‏ Genesis 23:19

23) tegenover

Hebr. tegen het aangezicht Mamre.

24) Hebron,

Zie bov. Gen. 23:2.

Ge 23.2

25) in het

Hetwelk wel Abraham en zijn zaad door God gegeven was, om te zijner tijd erfelijk te bezitten, maar daar hij vooralsnog een vreemdeling daarin was, heeft hij [gelijk ook andere gelovige voorvaders] begeerd daarin begraven te worden, tot een teken dat zij geloofden de beloftenis Gods, van dit land te zullen bezitten, hetwelk hun een pand was van het hemelse Kana„n.

‏ Genesis 50:13

31) Machpela,

Zie boven, Gen. 49:30.

Ge 49.30

32) Mamre.

Zie boven, Gen. 49:30.

Ge 49.30

‏ John 19:41

71) in de plaats,

Dat is, omtrent die plaats.

Copyright information for DutKant