Genesis 18:11
26) wel bedaagd: Hebr. gaande in dagen. Deze manier van spreken vindt men ook onder Gen. 24:1; Joz. 13:1, en Joz. 23:1; 1 Kon. 1:1; Luk. 1:7,18. Ge 24.1 Jos 13.1 23.1 1Ki 1.1 Lu 1.7,18 27) te gaan Hebr. te zijn. 28) naar de Of, naar de gewoonte. Hebr. naar den weg, gang, of pad. Zo is bij de Hebren weg voor wijze of gewoonte gesteld. Alzo onder Gen. 19:31, en Gen. 31:35. Ge 19.31 31.35
Copyright information for
DutKant