Genesis 17:7
11) oprichten Of, bevestigen. 12) eeuwig Eeuwig voor alle gelovigen in Christus, ten aanzien van het lichamelijke, mitsgaders de gevolgen daarvan, en in het bijzonder dit sacrament der besnijdenis. 13) God, en Dat is, tot uw Zaligmaker, door den toekomstigen Messias. Deze manier van spreken begrijpt de goederen, die dit verbond der genade medebrengt. Zie Lev. 26:12; Ps. 33:12, en Ps. 144:15; Jer. 31:33. Le 26.12 Ps 33.12 144.15 Jer 31.33 Ezekiel 11:20
58) Opdat zij wandelen in Mijn inzettingen, Hij zegt niet: opdat zij kunnen, of mogen wandelen, enz. maar Hij spreekt van de dadelijke gehoorzaamheid, die de wedergeborenen tegen God bewijzen. 59) bewaren, Dit woord ziet op de zekere volstandigheid dergenen, die tot God waarlijk bekeerd zijn. 60) en zij zullen Mij tot een volk zijn, Zie Lev. 26:12. Le 26.12 61) tot een God zijn. Zie Gen. 17:7, en Lev. 18:2. Ge 17.7 Le 18.2
Copyright information for
DutKant