Genesis 12:6
13) Sichem, Hebr. Scechem, gelegen in het midden van het land Kanan, in het gebergte Efram, Joz. 21:21; Richt. 8:31; 1 Kron. 6:67; Hand. 7:16; ook genaamd Sichar, Joh. 4:5. Jos 21.21 Jud 8.31 1Ch 6.67 Ac 7.16 Joh 4.5 14) eikenbos Anders, het effen veld. Zie Deut. 11:30; want het Hebr. woord betekent dit beide. De 11.30 15) More; Dit kan zijn de naam van een man, naar wien deze plaats aldus genoemd wordt. 16) de Kananieten Hebr. de Kananieter, een vervloekt, afgodisch en goddeloos volk, afkomstig van Kanan, Chams zoon; zie Zach. 14:21. Zec 14.21 Genesis 33:19
28) Hemor, den Hebr. Chamor, Hand. 7:16 wordt hij Emmor genoemd. Ac 7.16 29) stukken gelds. Genaamd Lammeren, omdat de figuur van een lam daarop getekend was. Zie Joz. 24:32; Job 42:11, en verg. Hand. 7:16. Anderen verstaan natuurlijke schapen, die hij voor dat land gegeven heeft, gelijk het ook gebruikelijk geweest is te kopen en te verkopen met verwisseling van waren. Jos 24.32 Job 42.11 Ac 7.16
Copyright information for
DutKant