‏ Ezekiel 23:4

5) namen nu waren:

Versta, figuurlijke namen.

6) Ohola,

Dat is, hunne tent, of tabernakel; alzo noemt God de tien stammen, en Samaria [hunne hoofdstad, Jes. 7:9, gelijk volgt] omdat zij zich van Juda, Gods tempel en waren dienst hadden afgezonderd, en een godsdienst afzonderlijk op zichzelven aangesteld. Zie 1 Kon. 12:16,28,29, enz.

Isa 7.9 1Ki 12.16,28,29

7) grootste,

Alzo worden de tien stammen genoemd vanwege hun macht en aanzien.

8) Oholiba,

Dat is, mijne tent [is] in, of onder haar. Alzo noemt God Jeruzalem en Judea, omdat zijn tempel en godsdienst aldaar waren, die Hij zelf had verordineerd.

9) Mijne,

Of, waren mijne. Hebreeuws, Mij, dat is, Ik trouw deze, of had ze getrouwd, en een huwelijksverbond met haar gemaakt. Zie boven Ezech. 16:8,20; want deze namen geeft haar God van hetgeen onder het staande huwelijk gebeurd is.

Eze 16.8,20

10) haar namen:

Versta, eigenlijke en niet figuurlijke namen.

Copyright information for DutKant