Ezekiel 21:29
115) zij Versta, de valse profeten der Ammonieten. 116) u Hij spreekt het Ammonietische volk toe. 117) ijdelheid zien, Dat is, valsheid profeteren, te weten van vrede. Want terwijl zij u alzo pluimstrijken, zullen u de Chalden overvallen. 118) de halzen te stellen Dat is, om vreugde te verwekken over de Joden, die van de Chalden verdrukt zijn, even alsof zij deze verdrukking niet hadden te verwachten. 119) die van de goddelozen Hebreeuws, der verslagenen der goddelozen. Versta, de Joden, die van de Chalden vermoord waren. 120) welker Te weten verslagenen. 121) dag gekomen was Zie boven Ezech. 21:25. Eze 21.25
Copyright information for
DutKant