‏ Ezekiel 16:8

23) der minne;

Dat is dat gij huwbaar waart, of bekwaam om ten huwelijk begeerd te worden. De Heere spreekt hier menselijkerwijze van het geestelijke huwelijk, hetwelk Hij uit enkel genade en liefde aangegaan heeft met het Joodse volk, als Hij dat van alle andere volken der aarde heeft afgezonderd en daarmede een verbond der genade in den Messias opgericht.

24) breidde Ik Mijn vleugel over u uit,

Dat is, Ik nam u in mijne bewaring om u tot mijne bruid te nemen; vergelijk Ruth 3:9.

Ru 3.9

25) naaktheid;

Of, schaamte.

26) een verbond,

Te weten het geestelijke huwelijk, dat Ik uw God en gij mijn volk zoudt wezen; zie Gen. 17:1,2, enz.

Ge 17.1,2

‏ Ezekiel 16:20

65) Mij gebaard hadt,

Te weten die mij toekwamen uit kracht van het verbond, dat Ik met u en uw zaad gemaakt heb. Want hoewel het Joodse volk God verlaten had en waardig was van God verlaten te worden, nochtans dewijl dit nog niet geschied was, genereerde het kinderen, die Hij ook door de besnijdenis voor de zijnen nog waardigde te kennen, niet willende de kinderen om de misdaad der ouders straffen. Alzo onder Ezech. 23:37.

Eze 23.37

66) hun geofferd

Te weten afgoden en beelden.

67) om te verteren;

Dat is opdat zij die met het vuur verslinden zouden.

68) is het wat kleins van uw hoererijen,

Te weten in uwe ogen, of oordeel, dat gij zulke gruwelen doet als in het voorgaande en volgende verhaald worden, voortkomende uit uwe hoererij?

Copyright information for DutKant