Exodus 9:29
24) dat de aarde des HEEREN is! Anders, dat dit land des Heere zij; als zijnde een Schepper en Regeerder daarvan, Deut. 10:14,15; Ps. 24:1, en Ps. 135:6, en 1 Cor. 10:26. De 10.14,15 Ps 24.1 135.6 1Co 10.26 1 Kings 8:22
40) stond Te weten, op het koperen en verheven gestoelte, hetwelk was in het voorhof des volks, recht tegenover het brandofferaltaar, dat hij uit zijn stoel zien kon. Zie hiervan 2 Kon. 11:14, en 2 Kon. 23:3, en 2 Kron. 6:13. 2Ki 11.14 23.3 2Ch 6.13 41) breidde Tot een bewijs, dat hij zijn hart tot God, dien hij aanriep, opgeheven had, en van hem alleen alles goeds verwachtte. Van welke ceremonie, bij de ouden in het bidden gebruikt, zie ook Ezra 9:5; Job 11:13; Ps. 44:21, en Ps. 63:5; 1 Tim. 2:8. Ezr 9.5 Job 11.13 Ps 44.20 63.4 1Ti 2.8 Psalms 143:6
17) Ik breid mijn Zie de aantekening bij Ps. 1412. 18) als een dorstig Of, gelijk een dor land. Zie Ps. 63:2. De rede zou aldus voller zijn: Gelijk een dorstig of dor land naar regen dorst, alzo dorst mijne ziel naar U; Ps. 42:2,3. Ps 63.1 42.1,2
Copyright information for
DutKant