Exodus 32:11-12
20) kwaadheid heeft Hij hen uitgevoerd, Dat is, met een listig en kwaad voornemen; anders, ten kwade; dat is, tot hun ongeluk en verderf. 21) van den aardbodem? Dat is, dat zij op den aardbodem niet blijven zouden. 22) laat het U over het kwaad Uws volks berouwen. Mozes bidt hier dat God berouw hebbe; dat is, dat Hij het volk het kwaad niet late overkomen; dat is, de straf, die Hij over hen wilde brengen. Zie Gen. 6:6. Ge 6.6 Exodus 34:9
13) zo ga nu de Heere in het midden van ons, Te weten, met de wolkkolom ons leidende en verkwikkende. Deuteronomy 9:26
30) grootheid verlost hebt; Dat is, majesteit, of grote mogendheid; zie onder, Deut. 11:2. De 11.2
Copyright information for
DutKant