‏ Exodus 17:8

13) Amalek

Dat is, de Amalekieten, de nakomelingen van Ezau, den broeder van Jakob, Gen. 36:15,16. Hetgeen hier verhaald wordt, is geschied toen Mozes met de Isra‰lieten op den weg naar Horeb trok. Zie Deut. 25:17,18.

Ge 36.15,16 De 25.17,18

14) tegen Isra‰l in Rafidim.

Dat is, tegen de Isra‰lieten.

‏ Deuteronomy 25:17

34) Amalek gedaan heeft

Dat is, de Amalekieten, die wel afkomstig waren van Amalek, Ezaus kindskind, maar, om hun bittere vijandschap tegen Isra‰l bewezen, door God specialijk verbannen zijn. Vergelijk boven, Deut. 23:7.

De 23.7

‏ 1 Samuel 15:2

1) heb bezocht,

Dat is, onderzocht, overdacht, gemerkt. Anders, Ik zal zekerlijk bezoeken. Alsof God sprak van het toekomende als van hetgeen geschied is.

Copyright information for DutKant