‏ Exodus 15:17

23) op den berg Uwer erfenis,

Dat is, in het bergachtige land, gelijk Kana„n is; Deut. 11:11. Anderen verstaan hier den berg Moria, waarop naderhand de tempel gebouwd is.

De 11.11

‏ Psalms 44:2

‏ Psalms 80:8

20) breng

Zie boven Ps. 80:4.

Ps 80.3

‏ Isaiah 5:7

26) Want

Anders: zekerlijk. In Jes. 5:7 verklaart de profeet de bovenverhaalde gelijkenis.

Isa 5.7

27) de mannen

Dat is, mannen tot den stam van Juda behorende.

28) een plant

Of plantsoenen, of plantingen; versta, het volk over hetwelk de Heere zich placht te vermaken.

29) naar recht,

Dat is, dat de rechters den onderdrukten zouden recht doen.

30) schurftheid,

Dat is, de rechters zijn schurftig, dat is goddeloos en kwellen het arme verdrukte volk, gelijk de schurftheid de mensen kwelt.

31) naar gerechtigheid,

Alsof Hij zeide: Ik heb gewacht dat men weduwen en wezen, alsook andere verdrukten, tot hun recht zou helpen; maar, enz.

32) geschreeuw.

Of, geschrei, geroep, gekrijt; te weten der armen, die geweldiglijk onderdrukt worden, tot God schreiende en hem met tranen klagende den overlast en het ongelijk, dat hun wordt aangedaan. Zie Gen. 18:20. Enigen verstaan dit van de klachten der armen, die onderdrukt worden door de lange rechtsgedingen, onder voorwendsel van de formaliteiten, die onder het pleiten gebruikt worden.

Ge 18.20

‏ Isaiah 27:2

7) een wijngaard

De rode wijn werd in het Joodse land voor den besten en sterksten wijn gehouden. Zie Gen. 49:12; Spreuk. 23:31. Doch de woorden van Jes. 27:2 zijn te verstaan van de gemeente der gelovigen, die voortreffelijke vruchten der godzaligheid dragen zou. Van de geestelijke betekenis des wijngaards, zie de aantekening Jes. 5:1.

Ge 49.12 Pr 23.31 Isa 27.2 5.1

8) zingt

Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk antwoorden, gelijk Exod. 15:21; zie de aantekening aldaar. Het betekent ook bij beurten zingen in de reien als anderszins, 1 Sam. 18:7; alsook hier en elders meer. Het is hier ene vermaning aan alle godzaligen, dat zij zich verblijden vanwege hunne verlossing door Jezus Christus.

Ex 15.21 1Sa 18.7

‏ Jeremiah 2:21

52) getrouw zaad;

Hebreeuws, zaad der waarheid, of getrouwheid; dat is een rechten goeden stok, een oprechte plant, die goed zaad, dat is goede vruchten, die het zaad in zich dragen, voortbrengt. Vergelijk Jes. 1:21, en Jes. 5:2. Anders: welks ganse zaad waarheid [zou zijn]; in enen zin.

Isa 1.21 5.2

53) verbasterde

Hebreeuws eigenlijk, afwijkende, dat is, ontaarde bastaardranken.

54) vreemden

Of, uitlandsen.

‏ Matthew 21:33

35) een heer des huizes,

Grieks, een mens, die een heer des huisgezins was.

36) tuin

Of, heining, heg, haag.

37) wijnpersbak

Namelijk waarin de wijn onder de pers inloopt en vergaderd wordt.

38) toren,

Namelijk om de gehele wijngaard te overzien en die te bewaken.

39) verhuurde

Grieks, gaf die uit.

Copyright information for DutKant