Exodus 11:5
14) eerstgeborenen in Egypteland zullen sterven, Wat God hier bedreigt, dat heeft Hij door zijn engel uitgevoerd; Exod. 12:23,29. Ex 12.23,29 15) die op zijn troon zitten zou, Dat is, die na hem regeren zou, gelijk 1 Kon. 2:24, en 1 Kron. 28:5. 1Ki 2.24 1Ch 28.5 16) achter den molen is, Daarom staat hier achter den molen, omdat degenen, die met de handmolens maalden, de malende stenen voor het ganse lichaam met haar handen voortstieten. Zie Exod. 12:29; Richt. 16:21; Jes. 47:1,2. Ex 12.29 Jud 16.21 Isa 47.1,2 Numbers 11:8
12) potten, Of, ketels. 13) koeken; Zie Gen. 18:6. Ge 18.6 14) smaak van de beste vochtigheid der olie. Dat is, het bovenste der olie, hetwelk van den droesem vrij was en zekere zoetigheid had. Zie Exod. 16:31. Ex 16.31 Jeremiah 25:10
17) stem der vrolijkheid Gelijk boven Jer. 7:34. Jer 7.34 18) molens Of, molenstenen. Versta, van de handmolens, die in een zo grote volrijke stad in grote menigte waren. Zie Exod. 11:5, en Deut. 24:6, idem Openb. 18:22. De zin is, dat God al het gerief van leeftocht zou wegnemen. Ex 11.5 De 24.6 Re 18.22 19) lamp. Of, kaars; waardoor men verstaan kan dat God hunne banketten en gastmalen, die zij in den diepen nacht bij grote lampen, of kaarsen en fakkels, hielden, zou doen ophouden; of eenvoudig, dat er gene nachtwaken meer zouden zijn, ten opzien van welke in een zo grote stad, den gansen nacht door, licht placht te zijn; of in het algemeen, dat er geen voorspoed, vreugde, noch troost zou zijn, gelijk zulks in de Heilige Schrift door duisternis, of gebrek van licht, verstaan wordt.
Copyright information for
DutKant