‏ Deuteronomy 32:39

80) versla en Ik heel;

Of, verwond, doorsteek.

‏ Psalms 103:3

3) krankheden

Dat is, ellenden, aan de ziel en aan het lichaam. Alzo ook Exod. 15:26; Deut. 28:59,61; Ps. 41:5, en Ps. 147:3; Jes. 33:24. Zie de aantekening bij Ps. 30:3.

Ex 15.26 De 28.59,61 Ps 41.4 147.3 Isa 33.24 Ps 30.2

‏ Psalms 147:3

6) Hij geneest de

Zie de aantekening bij Ps. 30:3, en Ps. 34:19, en Ps. 51:19.

Ps 30.2 34.18 51.17

7) Hij verbindt hen

Dat is, Hij geneest hunne wonden, gelijk Luk. 4:18; verg. met Jes. 61:1, en met Ezech. 43:16.

Lu 4.18 Isa 61.1 Eze 43.16

‏ Isaiah 6:10

32) Maak het hart

Te weten door het prediken van mijn Woord. Met deze woorden wil de Heere niet te kennen geven wat zijn gepredikt Woord eigenlijk en van zijne natuur bij de mensen werkt en uitricht; maar Hij voorzegt wat er op de verkondiging ervan bij de boze Joden volgen zou; namelijk dat zij zich daardoor niet alleen niet zouden bekeren, maar nog halsstarriger en weerstrevender aanstellen, dewijl God hen door zijn rechtvaardig oordeel in een verkeerden zin zou overgeven.

33) sluit hun ogen,

Of, bestrijkt, belijmt hunne ogen.

34) Hij

Te weten God.

35) het

Te weten het volk.

36) geneze.

Namelijk door vergiffenis der zonden, Mark. 4:12. Zie Ps. 30:3.

Mr 4.12 Ps 30.2

‏ Isaiah 19:22

59) dapper slaan,

Hebreeuws, slaande slaan.

60) en genezen;

Of, doch genezen; dat is Hij zal hen slaan, nochtans niet tot hun verderf, maar Hij zal hen wederom genezen, gevende hun het geloof in Christus en den geest der heiligmaking.

61) Hij zal Zich

Zie Gen. 25:21, en 2 Sam. 24:25.

Ge 25.21 2Sa 24.25

‏ Jeremiah 8:15

29) Men wacht

Of, wij wachten, zij wachten, idem, wacht [vrij] daar toch, enz. als in enen zin.

30) genezing,

Zie Ps. 30:3. Deze en dergelijke manieren van spreken worden gesteld tegen anderen, die van breuk, slagen, wonden, enz. vermelden.

Ps 30.2

‏ Jeremiah 33:6

15) haar de

Der stad Jeruzalem en mijner kerk.

16) gezondheid

Of, een pleister en medicijn opleggen; zie boven Jer. 30:13,17.

Jer 30.13,17

17) henlieden genezen,

De inwoners van Jeruzalem en leden mijner kerk.

18) openbaren

Onvoorziens, en daar het buiten alle hoop scheen te zijn.

19) vrede en waarheid.

Door den Messias; vergelijk Joh. 1:17. Anders: een bestendigen, vasten, of gewissen vrede.

Joh 1.17

‏ Hosea 7:1

1) genees,

Dat is, bezig ben door mijne profeten om de tien stammen tot bekering te vermanen, en hen tot geestelijken en lichamelijken welstand te brengen. Zie Ps. 30:3, en onder Hos. 11:3.

Ps 30.2 Ho 11.3

2) ontdekt,

Dat is, zo bevindt zich, dat de wortel en oorsprong aller boosheid en ongebondenheid tegen de eerste en tweede tafel, is in den stam van Efra‹m, en voornamelijk in des konings hof te Samaria. Of, hunne boosheid wordt ontdekt, door hunne wederstrevigheid tegen al mijne vermaningen, zulks dat zij zich ongeneeslijk tonen.

3) Samaria;

Zie 1 Kon. 16:24.

1Ki 16.24

4) valsheid;

Dat is, allerlei afgoderij en huichelarij, zijnde enkel bedrog en valsheid, waardoor zij het verbond met mj breken; zie Ps. 44:18,21; handelende insgelijks valselijk met den naaste; zie Lev. 19:11.

Ps 44.17,20 Le 19.11

5) gaat er in,

Stelen, roven en moorden is binnen en buiten vrij, en heeft de overhand, zodat beide tafelen van Gods wet verbroken zijn.

6) bende der straatschenders

Zie boven Hos. 5:1,2.

Ho 5.1,2
Copyright information for DutKant