Deuteronomy 32:2
3) druipe als een regen, Of, zal druipen; dat is, ik zal een leer voorstellen, die zo dienstig en heilzaam zal zijn voor de mensen als de dauw en regen is voor het kruid. Vergelijk Ezech. 21:2; Amos 7:16; Micha 2:6, enz. Eze 21.2 Am 7.16 Mic 2.6 4) druppelen op het kruid. Of, een dichte regen. Judges 5:4-5
4) voorttoogt Uw volk voorgaande en leidende door de wolkkolom. 5) Ser, Voerende uw volk van den berg Hor [na de overwinning des Kananietischen konings van Harad] langs de grenzen der Edomieten, die hun den doortocht weigerden, naar het land der koningen Sihon en Og, om die te verdelgen en Isral in het beloofde land te brengen. Zie Num. 20:21, en Num. 21:24, enz. Nu 20.21 21.24 6) beefde de aarde, Het was alsof zich alle creaturen van onderen en van boven over uw aankomst en tegenwoordigheid ontzetten. Vergelijk Ps. 68:8,9. Ps 68.7,8 7) bergen vervloten Het was, of scheen niet anders dan of zulks geschiedde. Vergelijk Ps. 68:15,17, en Ps. 97:5. Men kan dit ook duiden op de heidense volken, Amorieten en Kananieten, aan de bergen wonende, die vanwege Israls aankomst en de grote daden Gods die zij gehoord hadden, sidderden en beefden. Vergelijk Deut. 2:25; Joz. 5:1. Ps 68.14,16 97.5 De 2.25 Jos 5.1 8) zelfs Sinai Alles, wat zij achter zich lieten, als Sina, en waar zij naar toe trokken ontstelde zich. Of, [gelijk] als Sina gedaan had ten tijde toen God zijn wet gaf. Vergelijk Ps. 68:9. Ps 68.8 Psalms 18:7
Psalms 97:5
Copyright information for
DutKant