‏ Deuteronomy 32:14

27) in Bazan weiden,

Hebreeuws, kinderen van Basan. Zie Num. 32:33,34, en elders dikwijls, waar Basan [gelegen aan de oostzijde van de Jordaan] verklaard wordt geweest te zijn een zeer vette landouw.

Nu 32.33,34

28) nieren van tarwe;

Dat is, met zonderling dikke en gezwollen tarwekorreltjes, die ten aanzien van hun gedaante, gelegenheid in het vette en zwelling met de nieren vergeleken worden.

29) reinen wijn,

Of, rode wijnen.

‏ Joshua 13:30

24) Jair,

Ja‹r is van zijn vaderlijke afkomst uit den stam van Juda geweest, want Hezron, de zoon van Perez, was zijn grootvader uit den stam van Juda; maar de dochter van Machir, den zoon van Manasse, was zijn grootmoeder, 1 Kron. 2:21,22, en omdat zijn grootmoeder Manasse tot grootvader gehad heeft, daarom wordt hij een zoon van Manasse genoemd, Num. 32:41. Hij heeft ook den stam van Manasse gevolgd, onder welken hij zich zo kloekelijk gedragen heeft, dat hij zulk een groot land en erfdeel onder hen gekregen heeft.

1Ch 2.21,22 Nu 32.41

25) zestig steden.

Dit is het getal der steden, die deze stam in het koninkrijk Basan gehad heeft.

‏ Psalms 22:12

Copyright information for DutKant