Deuteronomy 28:54
57) wellustig geweest is, Delicaat, lekker, dartel. 58) zal kwaad zijn Dat is, zijn oog zal onvriendelijk, nijdig, afgunstig zijn; gelijk ook onder, Deut. 28:56. Zie boven, Deut. 15:9. De 28.56 15.9 59) huisvrouw zijns schoots, Zie boven, Deut. 13:6. De 13.6 Proverbs 22:9
20) goed van oog is, Dat is, die vriendelijk, mild, medelijdend en goeddadig is; alzo Matth. 20:15. Want gemeenlijk openbaart zich de genegenheid van de mensen in de ogen. Het goede oog wordt ook genaamd een eenvoudig oog, Matth. 6:22. Zie van een kwaad, of boos oog, Deut. 15:9, en onder Spreuk. 23:6. Mt 20.15 6.22 De 15.9 Pr 23.6 21) den armen Hebreeuws, den dunne. Matthew 20:15
10) boos, Dat is, afgunstig, nijdig.
Copyright information for
DutKant