Deuteronomy 28:4
Deuteronomy 28:18
Deuteronomy 28:53
Job 19:17
30) adem Hebreeuws, geest. Alzo boven, Job 9:18. De zin is, dat zijn huisvrouw zich van hem afkeerde als van een, die een stinkenden adem heeft; vervolgens dat zij van hem een afkeer, ja afschuw had, en hem alle schuldige diensten weigerde. Job 9.18 31) om der kinderen Dat is, om den trek en de genegenheid, die zij tot mij nog zou mogen hebben, vanwege de kinderen, die wij hier tevoren tezamen gekregen en opgebracht hebben. Isaiah 49:15
69) haar zuigeling Of, van haar zuigkind, of van haar klein kind; gelijk Jes. 65:20. Isa 65.20 70) zoon Zie gelijke manier van spreken Spreuk. 21:2. Pr 21.2 71) Ofschoon Of, ja dezelve; te weten vrouwen; anders: nog kunnen dezen vergeten, of maar of zij ze vergaten, zo zal Ik nochtans, enz. 72) vergate, Te weten haar kind of kinderen. Zie Ps. 27:10. Ps 27.10 73) u niet vergeten. O Zion, o Jeruzalem, dat is, o mijne kerk, mijn volk. Versta dit niet zozeer van een lichamelijke als van een geestelijke verlossing; Rom. 9:6,7. Ro 9.6,7
Copyright information for
DutKant