Deuteronomy 2:34
40) verbanden alle steden, Dat is, wij verdelgden en roeiden hen uit ten enenmale. Alzo wordt dit woord ook genomen onder Deut. 3:6, en Deut. 7:2, en elders. Deze verbanning moest geschieden aan allen, die in vijandschap en afgoderij hardnekkig bleven. Vergelijk onder, Deut. 20, en Joz. 6:17,18,21, en Joz. 9:18,19; 1 Kon. 20:42, enz. De 3.6 7.2 Jos 6.17,18,21 9.18,19 1Ki 20.42 Jeremiah 50:26
69) haar Namelijk Babel, of tegen het, te weten land der Chalden, alzo in het volgende. 70) uiterste, Der aarde, of des lands, alzo dat gij van het einde af begint. Anders: van dat, of tegen dat [hun] einde voorhanden is, of vanwege het einde. Men kan dit ook vergelijken met onder Jer. 51:31. Jer 51.31 71) vertreedt haar als korenhopen, Gelijk de dorsende ossen het koren treden; vergelijk Jes. 21:10, en onder Jer. 51:33. Anders: werpt hen op als hopen; dat is, maakt grote hopen der verslagenen; of werpt alles overhoop, maakt ze tot enkel opgeworpen hopen. Isa 21.10 Jer 51.33 72) verbant ze; Gelijk boven Jer. 50:21. Jer 50.21
Copyright information for
DutKant