‏ 2 Samuel 3:29

56) Het blijve op het hoofd van Joab,

Te weten, bloed; zie Richt. 9:24.

Jud 9.24

57) afgesneden,

Dat is, er zij in Joabs huis altijd iemand, die deze plagen of enige van die onderworpen is.

58) vloed hebbe,

Zie Lev. 15:2, enz.

Le 15.2

59) aan den stok houde,

Dat is, die ongezond, zwak, machteloos of lam is.

‏ 1 Kings 1:31

41) Mijn heer

Dat is een manier van groeten, waarmede de koningen en prinsen toegesproken werden. Van welke zie ook Dan. 2:4, en Dan. 3:9, en Dan. 5:10, en Dan. 6:7.

Da 2.4 3.9 5.10 6.6

42) in eeuwigheid!

Dat is, een zeer langen tijd. Zij wil zeggen dat zij niet wenste om des konings dood, als zij verzocht dat het recht der successie op haar zoon bevestigd zou worden, maar bad God, niettegenstaande haar verzoek, om des konings lang leven. Alzo wordt het woord olam voor een langen en onbepaalden tijd genomen, onder, 1 Kon. 2:33; Dan. 2:4.

1Ki 2.33 Da 2.4
Copyright information for DutKant