2 Samuel 23:4
9) gelijk het licht des morgens, Dat is, de komst van den Messias, en de verrichting van zijn zaligmakend ambt, zal zo lieflijk, aangenaam, nuttig en vruchtbaar zijn voor zijn kerk, als de zaken, in deze gelijkenis verhaald, voor de aarde en haar gewas zijn. Vergelijk met 2 Sam. 23:4, Hos. 6:3; Ps. 110:3; idem Jes. 60:1,2; Mal. 4:2; Luk. 1:78, en voorts Jes. 44:3,4, enz., en Jes. 55:10,11, enz. 2Sa 23.4 Ho 6.3 Ps 110.3 Isa 60.1,2 Mal 4.2 Lu 1.78 Isa 44.3,4 Isa 55.10,11 Psalms 2:8
19) Eis van mij Zie Joh. 12:28, en hoofdstuk Joh. 17: Hebr. 5:7,9. Joh 12.28 Heb 5.7,9 20) einden Dat is, niet alleen de Joden, maar ook alle inwoners des aardrijks, zullen uw Koninkrijk onderworpen zijn; waarvan Gij de gelovigen zult behouden, de hardnekkigen behandelen gelijk volgt. Aangaande de manier van spreken hier gebruikt, verg. Lev. 25:46. Jes. 14:2. Zef. 2:9. Le 25.46 Isa 14.2 Zep 2.9 Psalms 72:8
18) zee Dat is, van de een zee tot de andere zee. 19) rivier Eufraat, welke landpale Isral beloofd was en Salomo gehad heeft; maar Christus tot aan het einde der wereld. Zie Gen. 15:18; 1 Kon. 4:21,24; Matth. 28:18,19; Openb. 11:15. Ge 15.18 1Ki 4.21,24 Mt 28.18,19 Re 11.15 Jeremiah 30:21
45) zijn Van Jakob, gelijk in het voorgaande. 46) Heerlijke De Messias, onze Zaligmaker Jezus Christus [van het Hebreeuwse woord, zie Ps. 8:2], die in het volgende zijn Heerser genoemd wordt; gelijk Micha 5:1. Ps 8.1 Mic 5.2 47) uit hem zijn, Naar het vlees uit Jakob voortkomen, gelijk volgt. 48) doen naderen, Dat is, Ik zal hem zalven en daartoe beroepen, dat Hij hogepriester en middelaar zij tussen mij en mijn volk. 49) wie is hij, Te weten anders dan de Messias, Jezus Christus, die mijn Zoon is, alleen daartoe bekwaam, van mij geroepen, en zich tot borg gewilliglijk aanbiedende, om mijn volk met mij te verzoenen en voor hen als advocaat bij mij te verschijnen. Vergelijk Ps. 40:7,8,9, en Ps. 110:4; Hebr. 4:15, en Hebr. 5:4,5,6, enz., en Hebr. 7:22,25, en Hebr. 9:14,15,24, enz. Ps 40.6,7,8 110.4 Heb 4.15 5.4,5,6 7.22,25 9.14,15,24 50) met zijn hart borg worde, Of, zijn hart borg stelle, verborge, verpande, verplichte, verzekere; dat is, wie zou zo stout durven zijn, dat hij zich zou stellen als middelaar tussen mij en den zondigen mens, als de Messias, van wien in het voorgaande gesproken wordt? Alzo wordt het Hebreeuwse woord ook gebruikt Gen. 43:9, en Gen. 44:32; Neh. 5:3; Spreuk. 20:16, en Spreuk. 27:13,e nz. Ge 43.9 44.32 Ne 5.3 Pr 20.16 27.13 Micah 5:2
10) Hij God. 11) henlieden De Joden. 12) overgeven, Of, laten, onder de heerschappij en macht hunner vijanden, zo Babylonirs als anderen, totdat hun koning de Messias komt. 13) baren zal, Totdat de Isralietische kerk door de predikatie der apostelen ene menigte van geestelijke kinderen zal voortbrengen, zo Joden als inzonderheid heidenen. Verg. Jes. 54:1, enz., en Jes. 66:7,8; of [gelijk sommigen] totdat de arbeid en kindsnood [dat is, het lijden der Joodse kerk] over is, en blijdschap kome, als wanneer ene vrouw verlost is; verg. Micha 4:9,10; Joh. 16:20,21. Men kan dit ook eenvoudig duiden op de geboorte van den Messias uit de maagd Maria. Verg. Jes. 7:4. Isa 54.1 66.7,8 Mic 4.9,10 Joh 16.20,21 Isa 7.4 14) de overigen Hebr. het overige zullen, enz. 15) Zijner broederen zich bekeren Des Heeren Christus broeders, namelijk de uitverkorenen uit de heidenen, die zich tot de gemeenschap van Christus en zijner kerk zullen begeven, en met de Joden onder n hoofd door n geloof verenigd worden. Zie Joh. 10:16; Ef. 2:11,12, enz.; Hebr. 2:11,12. Joh 10.16 Eph 2.11,12 Heb 2.11,12 16) met de kinderen Israls. Anders: tot, de zin overeenkomende.
Copyright information for
DutKant