2 Kings 22:20
34) verzamelen Zie Gen. 25:8. Ge 25.8 35) vrede Versta dit ten aanzien van de algemene plagen, die van de Chalden over het gehele koninkrijk komen zouden, die Josia niet beleefd heeft. 36) graf Hebreeuws, graven. Alzo 2 Kron. 16:14, en 2 Kron. 35:24. Dat is, in een uwer graven. Zo wordt in het onzekere gelaten, welk zijner graven dit graf was. Vergelijk Richt. 12:7. 2Ch 16.14 35.24 Jud 12.7 37) zij brachten Te weten, de mannen van Josia uitgezonden, en genaamd boven, 2 Kon. 22:14. 2Ki 22.14 Luke 16:22-23
31) schoot van Abraham. Dat is, in den hemel, of in het paradijs, waar de gelovigen met Abraham, den vader aller gelovigen, zullen vergaderd worden, rusten, aanzitten en vertroost worden, Matth. 8:11; Joh. 13:23. Mt 8.11 Joh 13.23 32) begraven. Namelijk met grote pracht en statie. Van Lazarus' begrafenis wordt niet vermeld, maar inplaats daarvan alles wat zijne ziel wedervaren is. 33) ogen ophief, Deze woorden, gelijk ook enige navolgende, moeten niet eigenlijk verstaan worden, want de ziel, een geestelijk wezen zijnde, heeft nog oog, noch tong, noch vinger; maar bij gelijkenis, om daarmede uit te drukken zo de grootheid der pijnen in de hel als de onveranderlijkheid van den staat der zielen na dit leven, zo in den hemel, als in de hel zijnde.
Copyright information for
DutKant