‏ 2 Chronicles 20:12

21) recht

Dat is, zult Gij hen niet straffen? Alzo richten voor straffen, 1 Sam. 3:13; Ps. 51:6; Ezech. 24:14. Vergelijk Gen. 15:14. Aldus vragende, bidt hij dat God straffe.

1Sa 3.13 Ps 51.4 Eze 24.14 Ge 15.14

22) onze ogen

Dat is, wij vertrouwen op U en verwachten uwe hulp. Alzo Ps. 25:15, en Ps. 123:2, en Ps. 141:8, en vergelijk 1 Kon. 1:20.

Ps 25.15 123.2 141.8 1Ki 1.20

‏ Psalms 145:15

19) Aller ogen

Te weten, van alle dieren, of van alle schepselen, die levende lichamen hebben.

20) te zijner tijd.

Of, elk te zijner tijd. Anders: tot hunnen tijd; dat is, ter bekwamer tijd, gelijk Ps. 104:27.

Ps 104.27
Copyright information for DutKant