‏ 1 Samuel 25:39

67) knecht

Dat is, mij.

68) onthouden

Anders, teruggehouden.

69) van het kwade,

Of, van die boze daad; te weten, dat ik onschuldig bloed zou vergoten hebben, uit eigen wraakgierigheid.

70) liet met Abigail spreken,

Te weten, door zijn gezanten, en nadat Nabal een tijdlang was dood geweest.

‏ 2 Samuel 1:16

22) Uw bloed zij op uw hoofd;

Zie Lev. 20:9, en Richt. 9:24.

Le 20.9 Jud 9.24

‏ 1 Kings 2:31-33

56) hij gesproken heeft,

Namelijk Joab. En versta dit naar de wet, Exod. 21:14.

Ex 21.14
57) zijn bloed

Te weten, dat hij met onrecht vergoten heeft. God keert het bloed van een ander op iemands hoofd, als Hij den dood, dien hij een ander moedwilliglijk aangedaan heeft, wederom het met den dood vergeldt, of door hem zelven, Gen. 4:11, of door den mens, Gen. 9:6; alzo onder, 1 Kon. 2:44; Richt. 9:24,57; 2 Sam. 16:8.

Ge 4.11 9.6 1Ki 2.44 Jud 9.24,57 2Sa 16.8

58) daar het mijn vader David niet wist,

Dat is, waarvan mijn vader geen kennis had eer het geschiedde, en dat hij niet toestond toen het geschied was. Zie 2 Sam. 3:28,29, en boven, 1 Kon. 2:5.

2Sa 3.28,29 1Ki 2.5
59) bloed

Hebreeuws, bloeden. Het woord bloed wordt gesteld in het getal van velen, niet alleen omdat Joab twee mannen vermoord had, maar omdat dikwijls dit woord, alzo gesteld zijnde, betekent de schuld en straf des doods, die de doodslagers over zich brengen, Exod. 22:2,3; Ps. 51:16, hoewel somtijds ook in het enkel getal, Gen. 42:22.

Ex 22.2,3 Ps 51.14 Ge 42.22

60) in eeuwigheid;

Dat is, een lange tijd, zolang als Joabs vaderlijk huis duren zal. Zie 2 Sam. 3:29, en vergelijk boven, 1 Kon. 1:31, en de aantekeningen.

2Sa 3.29 1Ki 1.31

61) eeuwigheid.

Versta ten aanzien van den uiterlijken welstand een langen tijd, gelijk recht tevoren, en ten aanzien van den geestelijken in Christus, een tijd zonder einde.

‏ Esther 9:25

39) zij

Te weten, Esther.

40) voor den koning

Versta hierbij, alles wat Esther verder gedaan heeft toen zij tot den koning gekomen is.

41) hij door brieven

Te weten, de koning.

42) bevolen,

Hebreeuws, gezegd.

43) zijn boze gedachte,

Te weten, van Haman.

‏ Psalms 7:16

35) groeve,

Het Hebr. woord betekent eigenlijk verderving, verrotting, en voorts groef, gracht, enz., waarin iets verderft en verrot.

‏ Jeremiah 51:35

91) dat mij en mijn

Hebreeuws, mijn geweld en van mijn vlees; dat is, het geweld, dat mij en mijn vlees is aangedaan; vergelijk boven Jer. 2:2; Richt. 9:24; Obad.:10.

Jer 2.2 Jud 9.24

92) vlees is aangedaan,

Dat is, mijnen broeders en bloedverwanten. Vergelijk Rom. 11:14, en Lev. 18:6.

Ro 11.14 Le 18.6

93) zij op Babel!

Of, is; dat is, ligt; zie Richt. 9:24.

Jud 9.24

94) de inwoneres van Sion;

Het volk, dat te Jeruzalem tehuis behoort, of Gods kerk.

95) bloed zij op de inwoners

Vergelijk Matth. 27:25.

Mt 27.25

96) Chaldea!

Dat is, van Chaldea, gelijk boven Jer. 51:24.

Jer 51.24
Copyright information for DutKant