1 Kings 8:37
65) in het land Dat is, in zijn eigen land en steden. Het woord poorten wordt hier voor steden genomen. Zie Gen. 22:17. Het land nu zijner steden betekent de steden zijns lands. Alzo 2 Kron. 6:28. Ge 22.17 2Ch 6.28 66) of enige krankheid Dit woord is in den oorspronkelijken tekst uitgedrukt, 2 Kron. 6:28. 2Ch 6.28 2 Chronicles 6:28
29) in het land Zie 1 Kon. 8:37. 1Ki 8.37 Amos 4:9
27) brandkoren en met honigdauw; Zie van deze beide plagen, Deut. 28:22. De 28.22 28) veelheid uwer hoven, Hebr. het vermenigvuldigen uwer hoven. 29) rups op; Zie Joel 1:4. Joe 1.4 Haggai 2:17
43) Eer die [dingen] geschiedden, Dat is, eer men met den bouw des tempels voortvoer. 44) van twintig [maten], Dat is, die men meende dat twintig mudden, of schepels, of zakken uitgeven zou, of behoorde uit te geven, naar evenredigheid van het gezaaide. 45) [maten] van de pers te scheppen, Hetzij voeder, of amen, of andere vaten, groot of klein. 46) zo waren er [maar] twintig. De zin is: De oogst van het koren en den wijn was zeer sober en klein, dewijl de Heere u zijnen zegen onttrokken had, vertoornd zijnde over ulieder slordigheid in het bouwen van zijn huis.
Copyright information for
DutKant